De organen voor de vertering
Inleiding
Uitleg
Filmpjes
Links
Inleiding
Voordat je lichaam voedingsstoffen uit je eten kan opnemen, moeten bepaalde voedingsstoffen uit het eten eerst bewerkt worden. Dit bewerken van het voedsel, zodat het door de darmwand heen in het bloed kan worden opgenomen, heet verteren (zie ook basisstof 6) en vindt plaats in het spijsverteringsstelsel.
|
Uitleg
Mond
De mondholte is het begin van het spijsverteringskanaal. De mondholte bestaat uit het gehemelte, de tong, de boven- en onderkaak, het gebit en de speekselklieren. In de mondholte wordt voedsel met je tanden en de tong fijn gemalen en met speeksel vermengd. Dit noem je ook wel mechanische vertering.
Speeksel bevat verteringssappen. Een enzym uit het speeksel zet zetmeel om in glucose. Het strottenhoofd ligt onder de keelholte en is de ingang van de luchtpijp en slokdarm. Tijdens het doorslikken van voedsel sluit de huig de neusholte en het strottenklepje de luchtpijp af. Het voedsel gaat hierdoor de slokdarm in. Dit voorkomt verslikken. |
Slokdarm
De slokdarm loopt van de keelholte tot de maag en is ongeveer 25 centimeter lang. Het voedsel wordt door de slokdarm geduwd door middel van darmperistaltiek. Hierbij trekken de lengtespieren en de kringspieren afwisselend samen.
In de slokdarm worden geen verteringssappen afgescheiden. |
Maag
De maag is een hol orgaan dat voedsel ontvangt via de slokdarm en dit tijdelijk opslaat. De wand van de maag bevat maagsapklieren die per dag 2,5 liter maagsap produceren. Maagsap bevat onder andere zoutzuur en enzymen. De maag heeft globaal drie functies: het kneedt het voedsel, het zoutzuur doodt bacteriën en de enzymen breekt eiwitten af. Maagsap met daarin het zoutzuur wil nog wel eens via de slokdarm naar boven ontsnappen, waarbij het brandt in de keel. Dit wordt brandend maagzuur genoemd.
Voedsel blijft gemiddeld drie uur in de maag. De maag geeft via een sluitspier, de maagportier, kleine beetjes voedsel door aan de twaalfvingerige darm. |
Alvleesklier & Lever
Dunne darm
Dikke darm
De dikke darm begint met de blinde darm. Dit is het doodlopende stukje darm waar de dunne darm en de dikke darm samenkomen. Aan de blinde darm zit het wormvormig aanhangsel, de appendix, vast. Dit aanhangsel wordt verwijderd bij een blindedarm ontsteking.
De dikke darm neemt het water op uit de voedselbrij, hierdoor wordt deze brij ingedikt. De onverteerde resten worden opgeslagen in het laatste stuk van de dikke darm, de endeldarm. Als deze vol zit met ontlasting kan de laatste kringspier, de anus, zich ontspannen en wordt de endeldarm geleegd. |
Filmpjes
|
|
|
Meer filmpjes:
- De spijsvertering. De weg die het voedsel in het lichaam aflegt.
- Spijsvertering. Spijs is voedsel, vertering is kleiner maken.
- De spijsvertering. De weg die het voedsel in het lichaam aflegt.
- Spijsvertering. Spijs is voedsel, vertering is kleiner maken.
Links
Info & animatie:
- Organen van het spijsverteringsstelsel
- Absorptie in de darmen
- De spijsvertering (swf van het voedingscentrum)
- Legpuzzel lever
Oefenen:
- De onderdelen van het spijsverteringsstelsel
- Organen van het spijsverteringsstelsel
- Absorptie in de darmen
- De spijsvertering (swf van het voedingscentrum)
- Legpuzzel lever
Oefenen:
- De onderdelen van het spijsverteringsstelsel
Beantwoord de volgende vragen
Klik na het lezen van de vraag op "Antwoord" om het goede antwoord te bekijken.
Vraag 1: Wat is de naam van onderdeel 3? Antwoord:De huig
Vraag 2: Wat is de naam van onderdeel 18? Antwoord:Het strottenklepje.
Vraag 3: Welke van de onderdelen zijn spijsverteringsklieren? Antwoord:Onderdeel 2 (mondholte), 5 (maag), 7 (alvleesklier), 13 (dunne darm), 15 (lever).
Vraag 4: Welk sap wordt opgeslagen in onderdeel 14? Antwoord:Gal
Vraag 5: Op welke twee plekken zitten kringspieren die de inhoud van het spijsverteringskanaal kunnen tegenhouden? Antwoord:6 (maagportier), 10 (anus)
Vraag 6: Hoe heet de beweging waardoor het voedsel van 16 naar 5 gaat? Antwoord:Peristaltische beweging.
Vraag 7: Hoe komt deze beweging tot stand? Antwoord:Door het afwissend samantrekken van kring- en lengtespieren.
Vraag 8:Wat gebeurt er als er voedsel in deel 17 komt? Antwoord:Deel 17 is de luchtpijp. Dan ga je hoesten omdat je je verslikt.
Vraag 9: Welk onderdeel wordt verwijderd bij een blindedarm operatie? Antwoord:Onderdeel 11 (wormvormig aanhangsel/ appendix)
Vraag 10: Via welk deel komen opgeloste voedingsstoffen in het bloed? Antwoord:Deel 13 (dunne arm)
|
Beantwoord deze ABCD vragen
Na het lezen van de vraag kun je op "Antwoord" klikken om het goede antwoord te bekijken.
Vraag 1: De maag is een gespierde, kromme zak bovenin de buikholte. In de maag wordt een deel van het voedsel verteert. De maag is een orgaan met meerdere functies. Welke drie functies heeft de maag?
A. De maag bewaart het voedsel, kneed het en verteert het voedsel.
B. De maag bewaart het voedsel, kneed het voedsel en maakt maagsap.
C. De maag bewaart het voedsel, verteert het voedsel en maakt maagsap.
D. De maag kneed het voedsel, verteert het voedsel en maakt maagsap.
Vraag 2: De slokdarm is een onderdeel van het spijsverteringsstelsel. De slokdarm is dat gedeelte van het maag-darmkanaal tussen de mond en de maag. Alle zoogdieren en veel andere dieren hebben een slokdarm. De slokdarm is bij mensen ongeveer 30 centimeter lang, heeft een gemiddelde diameter van 2 centimeter en begint aan de bovenkant in de keelholte om te eindigen aan de andere kant bij de maag. Voedsel wordt door de slokdarm geperst d.m.v. darmperistaltiek, waarbij de slokdarm peristaltische bewegingen maakt. Welke spieren zorgen voor deze peristaltiek?
A. Alleen kringspieren
B. Alleen lengtespieren
C. Zowel kringspieren als lengtespieren
D. Peristaltiek wordt niet veroorzaakt door spieren.
Vraag 3: In de galblaas wordt gal opgeslagen. Gal is een dikke, geelgroenige vloeistof die door de lever wordt uitgescheiden. Gal wordt afgegeven aan de darm als er vet voedsel door de twaalfvingerige darm gaat. Gal verdeelt vet in kleinere bolletjes.
Waarom moet vet eerst worden verdeelt in kleinere bolletjes?
A. Omdat vet niet valt te verteren
B. Omdat er in gal geen enzymen zitten
C. Omdat vet niet oplost in water
D. Zodat het vet makkelijker door de darmen kan
D. Mannen zijn vaak zwaarder dan vrouwen
Vraag 4: Onno zegt dat de tong ook een belangrijke functie heeft bij het voorkomen van gaatjes in tanden en kiezen. Jeroen zegt dat een functie van tong is om smaken te kunnen waarnemen.
Wie heeft er gelijk?
A. Alleen Onno
B. Alleen Jeroen
C. Ze hebben allebei gelijk
D. Ze hebben allebei ongelijk
Vraag 1: De maag is een gespierde, kromme zak bovenin de buikholte. In de maag wordt een deel van het voedsel verteert. De maag is een orgaan met meerdere functies. Welke drie functies heeft de maag?
A. De maag bewaart het voedsel, kneed het en verteert het voedsel.
B. De maag bewaart het voedsel, kneed het voedsel en maakt maagsap.
C. De maag bewaart het voedsel, verteert het voedsel en maakt maagsap.
D. De maag kneed het voedsel, verteert het voedsel en maakt maagsap.
Antwoord:
B. De maag bewaart het voedsel, kneed het voedsel en maakt maagsap.
Vraag 2: De slokdarm is een onderdeel van het spijsverteringsstelsel. De slokdarm is dat gedeelte van het maag-darmkanaal tussen de mond en de maag. Alle zoogdieren en veel andere dieren hebben een slokdarm. De slokdarm is bij mensen ongeveer 30 centimeter lang, heeft een gemiddelde diameter van 2 centimeter en begint aan de bovenkant in de keelholte om te eindigen aan de andere kant bij de maag. Voedsel wordt door de slokdarm geperst d.m.v. darmperistaltiek, waarbij de slokdarm peristaltische bewegingen maakt. Welke spieren zorgen voor deze peristaltiek?
A. Alleen kringspieren
B. Alleen lengtespieren
C. Zowel kringspieren als lengtespieren
D. Peristaltiek wordt niet veroorzaakt door spieren.
Antwoord:
C. Peristaltiek wordt veroorzaakt door kringspieren en lengtespieren.
Vraag 3: In de galblaas wordt gal opgeslagen. Gal is een dikke, geelgroenige vloeistof die door de lever wordt uitgescheiden. Gal wordt afgegeven aan de darm als er vet voedsel door de twaalfvingerige darm gaat. Gal verdeelt vet in kleinere bolletjes.
Waarom moet vet eerst worden verdeelt in kleinere bolletjes?
A. Omdat vet niet valt te verteren
B. Omdat er in gal geen enzymen zitten
C. Omdat vet niet oplost in water
D. Zodat het vet makkelijker door de darmen kan
D. Mannen zijn vaak zwaarder dan vrouwen
Antwoord:
C. Vet lost niet op in water en moet daarom eerst worden verdeelt in kleine bolletjes.
Vraag 4: Onno zegt dat de tong ook een belangrijke functie heeft bij het voorkomen van gaatjes in tanden en kiezen. Jeroen zegt dat een functie van tong is om smaken te kunnen waarnemen.
Wie heeft er gelijk?
A. Alleen Onno
B. Alleen Jeroen
C. Ze hebben allebei gelijk
D. Ze hebben allebei ongelijk
Antwoord:
C. De tong maakt na het eten het gebit schoon. De papillen op de tong zorgen ervoor dat je smaken kunt proeven.
Tags: darmkanaal | verteringsproducten | tong | mondholte | keelholte | speekselklieren | speeksel | slokdarm | lever | gal | emulgeren | galblaas | galbuis | maag | maagportier | maagsap | zoutzuur | alvleesklier | alvleessap | twaalfvingrige darm | dunne darm | darmvlok | darmplooi | darmplooien | darmsap | blinde darm | appendix | wormvormig aanhangsel | dikke darm | diarree | ontlasting | poep | endeldarm | anus | versteringssappen | verteringsklieren | enzymen