Docenten - Ademhaling
Les ideeën
Rest
Les ideeën
1. Longinhoud uitrekenen
Laat de leerlingen hun longinhoud meten met een spirometer. Ook meten ze hun lengte. Wanneer iedereen zijn gegevens heeft genoteerd, moeten de leerlingen in volgorde gaan staan van de meeste longinhoud naar de minste. Hierna kan een conclusie over longinhoud en lengte worden bedacht.
Dit practicum kan als roulerend practicum worden gecombineerd met koolstofdioxide aantonen m.b.v. kalkwater en bloeddruk meten in rust en na trappen op en af rennen.
Dit practicum kan als roulerend practicum worden gecombineerd met koolstofdioxide aantonen m.b.v. kalkwater en bloeddruk meten in rust en na trappen op en af rennen.
2. Longinhoud met fles water
Laat de leerlingen hun longinhoud meten met een fles water, een bak water een slang. Dit is heel inzichtelijk. Vul de fles helemaal met water, draai hem om (even dop erop) in de bak water plaatsen, dop er af, slang erin en uitademen maar. Zet een streepje tot hoever je het water uit de fles ademt.
3. Model van de middenrifademhaling
Laat de leerlingen een model van de middenrifademhaling maken van een plastic flesje, rietjes en ballonnen.
4. Varkenslongen
Haal varkenslongen bij de slager en blaas deze m.b.v. een pvc buis, of omgekeerde stofzuiger op.
5. Aerobe/ anaerobe verbranding
Leuk practicum voor de bovenbouw over aerobe/ anaerobe verbranding. Dit experiment kan worden gedaan met een tennisbal of stressballen (goedkoop bij de Action). De nabespreking en het experiment zorgt ervoor dat de leerlingen makkelijker kunnen uitleggen wanneer welk proces plaatsvindt en waarom.
De uitleg: je hebt per tweetal (evt drietal) een bal nodig. De opdracht is om te knijpen in het balletje. Niet overdreven, maar ook niet te licht. En dan met maximale snelheid gedurende 10 x 10 seconden (1 min 40, stopwatch/ telefoon nodig). De andere leerling schrijft elke tien seconden het aantal knepen op. Het makkelijkste is dat de tijd voor beiden zichtbaar is en de persoon met bal zelf telt en elke tien seconde opnieuw start.
Met de resultaten maken ze een staafdiagram. Als het goed is zijn de eerste twee á drie ronden een stuk hogere, daarna treedt verzuring op (anaeroob) en daarna bereiken ze die snelheid niet meer (aeroob). De opdracht is dat ze met de uitleg of tekstboek de grafiek moeten verklaren. Het leuke is dat je alles kunt uitleggen, ook wanneer ze elke ronden hetzelfde aantal krijgen (alleen aeroob) of wanneer ze een verhoging krijgen van het aantal (daarvoor te rustig).
De uitleg: je hebt per tweetal (evt drietal) een bal nodig. De opdracht is om te knijpen in het balletje. Niet overdreven, maar ook niet te licht. En dan met maximale snelheid gedurende 10 x 10 seconden (1 min 40, stopwatch/ telefoon nodig). De andere leerling schrijft elke tien seconden het aantal knepen op. Het makkelijkste is dat de tijd voor beiden zichtbaar is en de persoon met bal zelf telt en elke tien seconde opnieuw start.
Met de resultaten maken ze een staafdiagram. Als het goed is zijn de eerste twee á drie ronden een stuk hogere, daarna treedt verzuring op (anaeroob) en daarna bereiken ze die snelheid niet meer (aeroob). De opdracht is dat ze met de uitleg of tekstboek de grafiek moeten verklaren. Het leuke is dat je alles kunt uitleggen, ook wanneer ze elke ronden hetzelfde aantal krijgen (alleen aeroob) of wanneer ze een verhoging krijgen van het aantal (daarvoor te rustig).
6. Astma
Om de leerlingen te laten ervaren hoe een astma aanvoelt doen alle leerlingen tien diepe kniebuigingen (of laat ze een trap op en afrennen), waarna ze adem moeten halen door een rietje. Leg uit waarom dit zo lastig gaat!
Rest