Het rijk van de schimmels
Inleiding
Uitleg
Filmpjes
Links
Inleiding
Schimmels komen voor als eencellige en meercellige. Een meercellige schimmel is opgebouwd uit meerdere cellen terwijl een eencellige maar uit één cel bestaat. Meercellige schimmels zijn opgebouwd uit schimmeldraden en kom je bijvoorbeeld tegen op een beschimmelde boterham. Ook paddenstoelen en champignons zijn meercellige schimmels. De meercellige schimmels worden door mensen ingezet om bijvoorbeeld Franse kaas, zoals brie, te maken maar ook champignons worden vaak gegeten. De ééncellige schimmel wordt gist genoemd, deze wordt gebruikt bij de bereiding van brood en alcohol. Schimmel kunnen echter ook voor ziektes zorgen.
Een meercellige schimmel plant zich voort door speciale cellen te maken genaamd sporen. Eén spoor kan vervolgens weer uitgroeien tot een nieuwe schimmel. |
Uitleg
|
|
|
Filmpjes
|
|
|
Links
Beantwoord de volgende vragen
Na het lezen van de vraag kun je op "Antwoord" klikken om het goede antwoord te bekijken.
Vraag 1: Schimmel zijn vaak onzichtbaar voor het blote oog. Ze bestaan uit hele dunne schimmeldraden (hyphen). Pas als deze hyphen samen een paddenstoel gaan vormen kun je de schimmel echt goed bekijken. Wat zijn paddenstoelen?
A. Een zwamvlok
B. Vliegenzwammen. Schimmels die je dus ziet in de herfst
C. Delen van schimmels die boven de grond uitkomen
D. Organen van schimmels waarin sporen worden gevormd.
Vraag 2: Schimmels zijn net als bacteriën reducenten. Reducenten ruimen de dode organismen uit de natuur op. Waarom worden schimmels ook wel "opruimers uit de natuur" genoemd?
A. Omdat ze ziektes veroorzaken
B. Omdat ze leven van dode resten van organismen
C. Waar veel schimmels leven is geen ruimte voor andere organismen
D. Als een schimmel op een organisme komt gaat dit organisme dood
Vraag 3: Op rotsblokken hoog in de bergen vind je geen planten, wel korstmossen. Ook op kale rotsblokken rond de Noord- en Zuidpool leven korstmossen. Een korstmos bestaat niet uit één, maar uit twee organismen. Het ene organisme is een alg (een eencellig plantje), de andere een schimmel. De schimmel kan niet overleven zonder deze alg. Wat heeft deze alg wat de schimmel niet heeft?
A. Een celkern
B. Een vacuole
C. Bladgroenkorrels
D. Een celwand
Vraag 4: De meeste schimmels bestaan uit veel cellen. Toch is er ook een schimmel die maar uit één cel bestaat: gist. Als je maar uit één cel bestaat moet je je anders voortplanten dan andere soorten schimmels. Hoe plant deze eencellige schimmel zicht voort?
A. Door het maken van sporen
B. Door zijn cellen steeds in tweeën te delen
C. Door het maken van een kleine paddenstoel
D. Door het maken van schimmeldraden
Vraag 1: Schimmel zijn vaak onzichtbaar voor het blote oog. Ze bestaan uit hele dunne schimmeldraden (hyphen). Pas als deze hyphen samen een paddenstoel gaan vormen kun je de schimmel echt goed bekijken. Wat zijn paddenstoelen?
A. Een zwamvlok
B. Vliegenzwammen. Schimmels die je dus ziet in de herfst
C. Delen van schimmels die boven de grond uitkomen
D. Organen van schimmels waarin sporen worden gevormd.
Antwoord:
D. Paddenstoelen zijn delen van schimmels waarin de sporen worden gevormd.
Vraag 2: Schimmels zijn net als bacteriën reducenten. Reducenten ruimen de dode organismen uit de natuur op. Waarom worden schimmels ook wel "opruimers uit de natuur" genoemd?
A. Omdat ze ziektes veroorzaken
B. Omdat ze leven van dode resten van organismen
C. Waar veel schimmels leven is geen ruimte voor andere organismen
D. Als een schimmel op een organisme komt gaat dit organisme dood
Antwoord:
B. Reducenten leven van de dode resten van andere organismen.
Vraag 3: Op rotsblokken hoog in de bergen vind je geen planten, wel korstmossen. Ook op kale rotsblokken rond de Noord- en Zuidpool leven korstmossen. Een korstmos bestaat niet uit één, maar uit twee organismen. Het ene organisme is een alg (een eencellig plantje), de andere een schimmel. De schimmel kan niet overleven zonder deze alg. Wat heeft deze alg wat de schimmel niet heeft?
A. Een celkern
B. Een vacuole
C. Bladgroenkorrels
D. Een celwand
Antwoord:
C. Planten (algen) hebben bladgroenkorrels, schimmels niet.
Vraag 4: De meeste schimmels bestaan uit veel cellen. Toch is er ook een schimmel die maar uit één cel bestaat: gist. Als je maar uit één cel bestaat moet je je anders voortplanten dan andere soorten schimmels. Hoe plant deze eencellige schimmel zicht voort?
A. Door het maken van sporen
B. Door zijn cellen steeds in tweeën te delen
C. Door het maken van een kleine paddenstoel
D. Door het maken van schimmeldraden
Antwoord:
B. Een organisme dat uit één cel bestaat kan geen sporen, paddenstoelen of schimmeldraden maken.
Tags: rijken | ordening | schimmel | eigenschappen | kenmerken | indeling |micro organismen | antibiotica | gisten | sporen | peniciline | paddenstoel | zwemmerseczeem