Schimmels
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Uitleg
|
|
|
Samenvatting
Schimmels behoren tot de eukaryoten en hebben dus een celkern. De buitenkant van de cellen van schimmels hebben een celwand om de cel stevigheid te geven. Schimmels hebben geen bladgroenkorrels.
Schimmels zijn meestal veelcellig, alleen de gist is eencellig. Een meercellige schimmel is opgebouwd uit meerdere cellen terwijl een eencellige maar uit één cel bestaat. Meercellige schimmels zijn opgebouwd uit schimmeldraden en kom je bijvoorbeeld tegen op een beschimmelde boterham. Ook paddenstoelen en champignons zijn meercellige schimmels. De meercellige schimmels worden door mensen ingezet om bijvoorbeeld Franse kaas, zoals brie, te maken maar ook champignons worden vaak gegeten. De ééncellige schimmel wordt gist genoemd, deze wordt gebruikt bij de bereiding van brood en alcohol. Schimmel kunnen echter ook voor ziektes zorgen. Een meercellige schimmel plant zich voort door speciale cellen te maken genaamd sporen. Eén spoor kan vervolgens weer uitgroeien tot een nieuwe schimmel. Sporen groeien of aan het eind van een schimmeldraad, of in een paddenstoel. Gisten planten zicht voort door middel van celdeling. |
Oefenen