Spieren
Uitleg
Samenvatting
Oefenen
Extra vragen
Uitleg
|
|
|
Samenvatting
Oefenen
Extra vragen
Vraag 1: Wat gebeurt er met een spier die zich samentrekt?
Vraag 2: Kan een spier ook duwen?
Vraag 3: Wat zijn antagonisten?
Vraag 4: Bepaalde buikspieren zorgen ervoor dat je voorover kunt buigen. Welke spieren zijn hiervan de antagonisten?
Vraag 5: De biceps van iemand is samengetrokken. Is de arm gestrekt of gebogen?
Vraag 6: De arm van iemand is gestrekt. Is de triceps dan ontspannen of samengetrokken?
Vraag 7: En is zijn biceps dan ontspannen of samengetrokken?
Vraag 8: Waar liggen de spieren van de vingers?
Vraag 9: Hoe heet de verbinding tussen een spier en een bot?
Vraag 10: Iemand wil een bal hard wegschoppen, welke spier trekt zich hiervoor samen?
Vraag 11: Als iemand vaak op hoge hakken loopt, zullen de kuitspieren inkorten. Hoe komt dit?
Extra:
Vraag 12: Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. Ze zitten dan ook op heel veel plekken. Denise zegt dat er ook spieren in de huid zitten. Alex zegt dat er zelfs spieren zitten in het hart. Wie heeft er gelijk?
A. Alleen Denise
B. Alleen Alex
C. Allebei gelijk
D. Allebei ongelijk
Vraag 13: Een orgaansysteem of orgaanstelsel is een geheel van organen die samen een functioneel geheel vormen. Zo vormen alle spieren samen in je lichaam het spierstelsel. Het spierenstelsel heeft een hele duidelijke functie. Welke orgaanstelsels gebruik je als mens om te kunnen bewegen?
A. Spierstelsel en beenderenstelsel
B. Spierstelsel, beenderenstelsel en bloedvatenstelsel
C. Spierstelsel en zenuwstelsel
D. Spierstelsel, beenderenstelsel en zenuwstelsel
Vraag 14: Een marathonloper en een gewichtheffer hebben allebei goed getrainde spieren. Toch zien ze er heel verschillend uit. Dit heeft te maken met het soort spiervezels van deze sporters. Wat gebeurt er met de spier van deze sporters als de spier gaat werken en waarom gebeurt dit?
A. De bloedvaatjes laten meer bloed door, hierdoor kunnen de spiercellen beter verbranden.
B. De bloedvaatjes laten meer bloed door, hierdoor kunnen de spiercellen beter zuurstof afgeven.
C. De bloedvaatjes laten minder bloed door, hierdoor kunnen de spiercellen beter verbranden.
D. De bloedvaatjes laten minder bloed door, hierdoor kunnen de spiercellen beter zuurstof afgeven.
Vraag 15: Vissen zijn in het water levende gewervelde dieren die ademhalen met kieuwen. De meeste vissen zijn koudbloedig, maar sommige grotere soorten vertonen warmbloedige trekjes. Vissen komen over de hele wereld voor. Er zijn ruim 32.000 bekende soorten, in meer dan 500 families onderverdeeld en er wordt met regelmaat een nieuwe soort ontdekt.
Het grootste gedeelte van het lichaam van een vis bestaat uit twee grote lichaamsspieren, die via de huid en de wervelkolom de staartvin aandrijven. Deze lichaamsspieren zijn vooral opgebouwd uit witte spiervezels. Dit komt omdat de meeste vissen geen sterke spieren nodig hebben dankzij de opwaartse kracht van het water. Bepaalde soorten vissen, zoals tonijn, hebben wel roze vlees. Wat kunnen tonijnen door dit roze vlees goed in het water?
A. Lange afstanden zwemmen
B. Snel reageren op hun omgeving
C. Snel zwemmen
D. Aandacht trekken van soortgenoten
Antwoord:
Deze spier wordt korter en dikker.
Vraag 2: Kan een spier ook duwen?
Antwoord:
Nee
Vraag 3: Wat zijn antagonisten?
Antwoord:
Spieren waarvan de samentrekking een tegengesteld effect hebben.
Vraag 4: Bepaalde buikspieren zorgen ervoor dat je voorover kunt buigen. Welke spieren zijn hiervan de antagonisten?
Antwoord:
Bepaalde rugspieren.
Vraag 5: De biceps van iemand is samengetrokken. Is de arm gestrekt of gebogen?
Antwoord:
Gebogen
Vraag 6: De arm van iemand is gestrekt. Is de triceps dan ontspannen of samengetrokken?
Antwoord:
Samengetrokken
Vraag 7: En is zijn biceps dan ontspannen of samengetrokken?
Antwoord:
Ontspannen
Vraag 8: Waar liggen de spieren van de vingers?
Antwoord:
In je onderarm.
Vraag 9: Hoe heet de verbinding tussen een spier en een bot?
Antwoord:
Pees
Vraag 10: Iemand wil een bal hard wegschoppen, welke spier trekt zich hiervoor samen?
Antwoord:
De voorste dijspier.
Vraag 11: Als iemand vaak op hoge hakken loopt, zullen de kuitspieren inkorten. Hoe komt dit?
Antwoord:
Als je hoge hakken draagt, loop je eigenlijk op je tenen. Hierdoor wordt de afstand tussen het hielbeen en de achterkant van de knieƫn kleiner en de kuitspieren verkorten. Wie te vaak op hoge hakken loopt verzwakt zo zijn kuitspieren.
Extra:
Vraag 12: Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. Ze zitten dan ook op heel veel plekken. Denise zegt dat er ook spieren in de huid zitten. Alex zegt dat er zelfs spieren zitten in het hart. Wie heeft er gelijk?
A. Alleen Denise
B. Alleen Alex
C. Allebei gelijk
D. Allebei ongelijk
Antwoord:
C. Er komen ook spieren voor in de huid en je hart is een spier.
Vraag 13: Een orgaansysteem of orgaanstelsel is een geheel van organen die samen een functioneel geheel vormen. Zo vormen alle spieren samen in je lichaam het spierstelsel. Het spierenstelsel heeft een hele duidelijke functie. Welke orgaanstelsels gebruik je als mens om te kunnen bewegen?
A. Spierstelsel en beenderenstelsel
B. Spierstelsel, beenderenstelsel en bloedvatenstelsel
C. Spierstelsel en zenuwstelsel
D. Spierstelsel, beenderenstelsel en zenuwstelsel
Antwoord:
D. Om te kunnen bewegen gebruik je spieren, botten en zenuwen.
Vraag 14: Een marathonloper en een gewichtheffer hebben allebei goed getrainde spieren. Toch zien ze er heel verschillend uit. Dit heeft te maken met het soort spiervezels van deze sporters. Wat gebeurt er met de spier van deze sporters als de spier gaat werken en waarom gebeurt dit?
A. De bloedvaatjes laten meer bloed door, hierdoor kunnen de spiercellen beter verbranden.
B. De bloedvaatjes laten meer bloed door, hierdoor kunnen de spiercellen beter zuurstof afgeven.
C. De bloedvaatjes laten minder bloed door, hierdoor kunnen de spiercellen beter verbranden.
D. De bloedvaatjes laten minder bloed door, hierdoor kunnen de spiercellen beter zuurstof afgeven.
Antwoord:
A. Als een spier gaat werken laat deze meer bloed door. De spier krijgt hier meer zuurstof zodat er een betere verbranding kan plaatsvinden.
Vraag 15: Vissen zijn in het water levende gewervelde dieren die ademhalen met kieuwen. De meeste vissen zijn koudbloedig, maar sommige grotere soorten vertonen warmbloedige trekjes. Vissen komen over de hele wereld voor. Er zijn ruim 32.000 bekende soorten, in meer dan 500 families onderverdeeld en er wordt met regelmaat een nieuwe soort ontdekt.
Het grootste gedeelte van het lichaam van een vis bestaat uit twee grote lichaamsspieren, die via de huid en de wervelkolom de staartvin aandrijven. Deze lichaamsspieren zijn vooral opgebouwd uit witte spiervezels. Dit komt omdat de meeste vissen geen sterke spieren nodig hebben dankzij de opwaartse kracht van het water. Bepaalde soorten vissen, zoals tonijn, hebben wel roze vlees. Wat kunnen tonijnen door dit roze vlees goed in het water?
A. Lange afstanden zwemmen
B. Snel reageren op hun omgeving
C. Snel zwemmen
D. Aandacht trekken van soortgenoten
Antwoord:
A. Rode spiervezels kunnen langere tijd samentrekken zonder moe te worden. De kracht die rode spiervezels kunnen leveren is minder groot dan witte spiervezels.